Baai en haven in de portugeesche kolonie Lorenzo Marquez, aan de oostkust van Zuid-Afrika, tusschen 25 en 26° 20' Z.B., is ongeveer 112 km. lang en 25—40 km. breed; aan den noordelijken oever ligt de stad Lorenzo Marquez. De baai wordt gevormd door het noordwaarts vooruitspringend schiereiland Injack, welk schiereiland zich in een aantal kleine eilanden en ondiepten voortzet; de doorvaarten tusschen deze ondiepten zijn ook voor de grootste zeeschepen voldoende diep; ook voor de binnenhaven ligt bij ebgetij een ondiepte; de eigenlijke haven, de beste natuurlijke haven van Zuid-Afrika, is ongeveer 11 km. lang en iy2 breed. De D. neemt de rivieren Maputa, Tempe en Umbelosi, die zich vereenigen en de Engelsche rivier vormen, op, benevens de Komati. De kusten der D. zijn vlak en moerassig, door dichte rhizophoren-wouden omzoomd. De baai werd in 1502 door een van Vasco da Gama’s onderbevelhebbers ontdekt, en kreeg den naam van Bahia de Lagoa, naar een in het binnenland verondersteld groot meer. Aanbiedingen van Engeland tot aankoop dezer baai zijn door Portugal tot dusverre steeds van de hand gewezen; in 1868 deed de regeering van Transvaal aanspraak gelden op de Maputarivier, van haar vereeniging met de Pongolu tot aan haar monding in de D., Engeland en Portugal verwierpen deze aanspraken ; de zaak werd aan de arbitrage van maarschalk Mac Mahon opgedragen, die in 1875 het zuidelijk deel van de D. met de Maputarivier tot aan de Lobombobergen tot portugeesch gebied verklaarde. Door de nabuurschap der Transvaalsche goudvelden steeg deze baai gedurig in commercieele en politieke beteekenis; langen tijd werden onderhandelingen gevoerd omtrent een spoorwegverbinding tusschen Transvaal en de D.; ten slotte vormde de amerik. overste Mac Murdo te Londen een compagnie voor den aanleg van een spoorweg van D. tot aan Transvaal (ruim 70 km.) ; de portug. regeering stond deze compagnie allerlei concessiën toe en in 1887 ving de amerik. overste met een kapitaal van 500,000 pond st. den bouw aan, doch de fondsen waren niet toereikend hem te voleindigen; in 1889 onteigende het portugeesche gouvernement deze compagnie en zette zelf den aanleg voort ; de partijen droegen deze zaak aan een internationaal scheidsgerecht op, dat eerst in 1900 uitspraak deed, en Portugal tot betaling van 641,000 pond st. veroordeelde, tot groote teleurstelling van de de concessionarissen, die D/2 millioen pond st. hadden geëischt. De verbindingslijnen D.— Pretoria, ruim 600 km. van de kust, en met Johannesburg enz. werden voltooid in 1890 —95.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk