Gepubliceerd op 18-03-2021

David ricardo

betekenis & definitie

engelsch economist, geb. 19 April 1772, zoon van een nederl. israëliet, 1819 tot lid Van het Lagerhuis gekozen, bracht als bankier een aanzienlijk vermogen bijeen; hield zich bij zijn economische studiën vooral bezig met het vraagstuk der grondrente en de waardeleer en het arbeidsloon. Hoofdwerk: Principles of political economy and taxation (1817).

< >