iersch staatsman, geb. te Carhen-House in het graafschap Kerry 1775, overleden te Genua 1847, ontving zijn opleiding in de colleges der Jezuïeten te St. Orner en te Douai, vestigde zich in 1796 in zijn vaderland als advocaat, wijdde zich spoedig daarna aan de staatkunde en begon de emancipatie der katholieken en de administratieve afscheiding van Ierland te eischen.
In 1822 richtte hij de katholieke vereeniging op, die door de regeering werd ontbonden, doch weldra onder een anderen naam weer verrees. In 1828 werd hij in het Lagerhuis gekozen, doch kon als katholiek geen zitting nemen, maar de veldtocht welke hij had ondernomen ten bate van de emancipatie zijner geloofsgenooten had vruchten gedragen. De emancipatie werd door het parlement aangenomen en O. kon, in 1829, als overwinnaar zijn plaats in het huis der Gemeenten bezetten. Hij zette nu zijn werk ter administratieve scheiding van Ierland en Engeland met ijver voort, o. a. door propaganda-genootschappen en meetings. De regeering trad met kracht tegen deze op, nam zelfs O. in hechtenis doch zag zich gedwongen hem weder in vrijheid te stellen, daar zij voor een opstand vreesde. Inmiddels had O. doordat verschillende gelijkgezinden zijn partij in de Kamer waren komen versterken, aldaar zulk een sterke stelling ingenomen, dat hij sedert 1835, bij verschillende zaken den doorslag gaf en een aantal verbeteringen verwierf voor zijn volk en land.
Ten derden male in hechtenis genomen (1844), werd hij tot een jaar kerkerstraf veroordeeld; het huis der Lords sprak hem evenwel vrij. Zijn gezondheid had echter veel geleden door den onafgebroken strijd, hij zocht nu rust en herstel in Frankrijk en Italië, maar overleed in laatstgenoemd land. Zijn voorn, werk is Ilistorieal mémoir of Ireland and the Irish, native and Saxon (1848).Zijn tweede zoon Morgan O., overleden te Dublin 1885, diende als vrijwilliger in het leger der republiek Bolivia, en was lid van het Lagerhuis voor Meath, van 1832 tot ’40.
Zijn derde zoon John O., overl. te Dublin 1858, zetelde ook in gemeld wetgevend lichaam, sedert 1832, geraakte na den dood zijns vaders in oneenigheid met de partij van Jong Ierland, en bezorgde een uitgave van zijns vaders redevoeringen, benevens Bêcolleclions and experiences during d parliamentary cureer (1848).