Gepubliceerd op 20-01-2021

Coprolithen

betekenis & definitie

(gr.) de in fossielen toestand bewaard gebleven uitwerpselen van uitgestorven dieren, waarin somwijlen vischschubben of beensplinters, kleine beenderen en tanden te herkennen zijn. Zij komen gewoonlijk voor als ronde, geelachtig-witte of bruine massas, die op hun oppervlak kronkelende lijnen vertoonen, welke afkomstig zijn van de kleppen en vouwen van den darm. Men vindt de C. deels op zich zelf in beenderenholen, bijv. in de grot van Kirkdale in Yorkshire, en alsdan gelijken zij op de excrementen der thans nog levende roofdieren: anderdeels bevatten zij resten van visschen en zijn alsdan afkomstig van groote roofvisschen of van de reusachtige hagedissen der voorwereld. Door hun groot gehalte aan phosphorus hebben de C. als bemestingsmiddel groote waarde. Ook de guana is als een coprolithische vorming, zij het ook van later tijd, te beschouwen.

< >