De gewone romeinsche volksvergaderingen, waarin het volk zijne oppermacht uitoefende; de senaat had slechts het recht om de zaken die aan de beslissing van het volk moesten onderworpen worden, voor te bereiden en om te besluiten in zaken van binnen- en buitenlandsch bestuur; de overheden moesten zorg dragen voor de uitvoering van de besluiten door het volk en den senaat genomen.
1) Comitia curiata zoo geheeten naar de 30 curien der oude burgers of patriciërs, die onder de koningen tot op Servius Tulhus de eenige burgers waren. Deze comitien kozen de koningen en ambtenaren, bekrachtigden of verwierpen de wetten, beslisten in zaken van hooger beroep en waren m dit opzicht de hoogste rechter, gaven aan de gekozen overheden liet imperium en wijdden hen tot hun ambt m, zonder hetwelk de overheden dit niet konden aanvaarden; eindelijk hadden zij grooteninvloed op de familieaangelegenheden der curiales Zoo werden onder anderen in deze comitien de testamanten gemaakt, adoptiën voltrokken enz Door Servius Tullius verloren deze comitien een groot gedeelte hunner bevoegdheid en behielden slechts
1) de beslissing m de genoemde familieaangelegenheden;
2) de opdracht van het imperium en van het jus auspiciorum door de lex curiata de imperio,
3) de bekrachtiging der in de comitia centuriata genomen besluiten, welk recht insgelijks weldra te niet ging en slechts door den senaat werd uitgeoefend Vroeger was de koning voorzitter, later de consuls, praetors en dictators De stemming geschiedde bij curien; tegen het einde der republiek werden de 30 cunen door 30 lictors vertegenwoordigd, in de 3e eeuw van het tijdvak der keizers verdween het laatste spoor dezer vergaderingen,
2) Comitia centuriata, zoo geheeten naar de 193 centurien, waarin Servius Tnllius de geheele burgerij van patriciërs en plebejers verdeeld had. Het kiezen der overheden, de wetgeving, en de hoogste rechtspraak in geval van hooger beroep, misschien ook de beslissing over oorlog en vrede, was door Servius Tullms op deze door hem ingestelde cormtien overgebracht De genoemde rechtspraak breidde zich later uit tot eene algemeene hoogste beslissing in strafzaken (door de lex Valeria en die der XII tafelen) Zonder bekrachtiging van den senaat had geen besluit der comitieii verbindende kracht, doch deze bekrachtiging werd meer en meer eene bloote formaliteit De vergaderplaats was de campus Martius, het voorzitterschap werd door de hoogste overheden, ook door de interreges bekleed Dezen hadden het recht om aan het volk de vraag voor te stellen (rogatio geheeten) vehtis, jubeatis Quintis, b v. helium indici en dergelijke, waarop het stemmen der centurien begon en zoo lang werd voortgezet, totdat er een meerderheid verkregen was, wat zeer dikwijls reeds plaats had, nadat de ridders (18 centurien) en de eerste klasse (80 centunen) hunne stem hadden uitgebracht