Clematis

betekenis & definitie

L. Boschdruif. Plantengeslacht van de familie der Ranunculaceeën, met een 100-tal soorten, in de gematigde zone sterk verbreid; het zijn kruiden of struiken met klimmende, zelden opgerichte stengels, tegengestelde bladen, en alleenstaande of in bijschermen of pluimen geplaatste bloemen; meerdere soorten worden in tuinen gekweekt, in Nederland vooral C. vitalba, de hegboschdruif (stengel klimmend, bloemen in bij schermen, rechtopstaand, kelkbladen viltig, wit; bladen enkel gevind, houtachtige plant, van 1½ tot 5 meter hoog, groeit ook echter niet algemeen in het wild,in heggen, tusschen kreupelhout; C. viticella, een uit zuidelijk Europa afkomstige klimplant met alleenstaande langgesteelde knikkende bloemen, kelkbladen van buiten viltig, van boven kaal blauw tot violet, stengel klimimend, houtig, tot 3 meter hoog wordt als klimplant gekweekt; G.recta, de rechtopstaande 1. Clematis iktegrifolta; boschdruif 2. Clematis vitalba, (stengel rechtgevind, bloemen in pluimen, kelkbladen van buiten met zachtbehaarden rand, wit, sierplant, tot l1^ meter hoog); C. integrifolia, de blauwe boschdruif (stengel rechtopstaand, kruidachtig, bladen enkelvoudig, van onderen en aan den rand donzig behaard, bloemen eindelings, langgesteeld, groot, kelkbladen buiten aan den rand witviltig, violetblauw, sierplant, tot ¾ meter hoog).