Gepubliceerd op 20-01-2021

Cineraria

betekenis & definitie

L. Aschkruid.

Plantengeslacht van de familie der Compositen met een 25-tal soorten, die grootendeels in zuidelijk Afrika inheemsch zijn: het zijn kruid- of struikachtige gewassen, met levendig gekleurde bloemhoofdjes; de vele variëteiten en bastaardsoorten, die algemeen als sierplanten dienen, zijn meest verkregen door kruising der soorten C. hydrida, C. crucnta en C. populifolia; deze met bloemen van allerhande kleur voorkomende Cinerariën behooren tot de modesierplanten en zijn voornamelijk sierplanten van het lentegetijde. De grootste vijanden der cinerariën zijn de bladluizen; het bestrooien der bladen aan don onderkant met fijne tabak is een goed middel tegen deze insecten gebleken. In Nederland groeit in het wild C. palustris {of Senecio paluster) de wilde andijvie of ’t moeras-aschkruid (omwindselbladen aan den top niet of nauwelijksge vlekt, stengel meest vertakt, vooral van boven behaard, stengelbladen talrijk, lancetvormig, halfstengelomvattend, vruchten kaal, bloemkroon geel; een- of tweejarige plant; zeer algemeen in moerassen en lage veenstreken).

< >