Hoofdplaats v. Hamilton county in den noord-amerik. staat Ohio, aan de Ohio, onder 39° 6' N.B. en 84° 27' W.L. van Gr., de belangrijkste stad van genoemden staat; C. ontstond sinds 1788, in welk jaar zich hier een aantal settlers van New-Jersey vestigden; de stad schijnt te zijn benoemd naar de Cincinnati Society (een in 1793 opgerichte orde ter bevordering van kameraadschap onder de officieren in het revolutionaire leger); in 1800 telde C. nog slechts 750 inw.; in 1814 kreeg het den rang van „city", en werd weldra een handelscentrum; sinds is de commercieele beteekenis dezer stad gestadig toegenomen.
C. is zeer schoon gelegen; de heuvelen die de oevers der Ohio begeleiden trekken zich hier in een halven cirkel terug; in de daardoor gevormde dal-kom breidt zich de stad uit, aan de landzijde geheel tusschen heuvelen ingesloten, waarvan de hoogste een hoogte van 100 meter bereiken, en wier hellingen meest allen met woonhuizen en villa’s bebouwd zijn, (de dorpen Walnut Hills en Mount-Auburn enz.): andere heuvelen leveren uitmuntende bouwsteenen. De stad heeft twee ruime parken: Eden Park en Burnett Woods Park; niet ver van dit laatste bevindt zich de Zoölogische tuin, naast die van Philadelphia de eenige wetenschaplijke inrichting van dien aard in de Vereenigde Staten. Onder de winkelstraten zijn de voornaamste, de Main-, Walnut-, Vine-, Race en de al deze rechthoekig snijdende Vierde straat. Onder de bouwwerken der stad zijn te noemen de St. Peters-kathedraal, de groote muziekhal, het gerechtshof, het postkantoor en het museum van schoone kunsten; een der hoofdsieraden der stad is de bronzen Tyler-Davidson-fontein, voltooid en gesteld in 1871, een geschenk van Henry Probasco, een gegoed ingezetene der stad, en door hem benoemd naar Tyler Davidson. den ontwerper; het geheel bestaat uit vijftien bronzen figuren, allen te Munchen gegoten; het middelste bereikt een hoogte van 15 meter boven den grond en bestaat uit een vrouwenfiguur, met uitgestrekte armen, terwijl uit de vingers het water te voorschijn komt. Onder de overige gehouwen van C. moeten vermeld dat van het Staatsgouvemement, in rom.corinthischen stijl, de gebouwen van liet gemeentebestuur, het city workhouse (stedelijk werkhuis), het C.-hospitaal, met ruimte voor 700 patiënten, de Masonic Temple der vrijmetselaars, opgetrokken in byzantijnschén stijl, met twee torens van 140 voet hoog, Pike’s Opera House, de Public Library (openbare bibliotheek), het St.
Xavier’s College, het Wesleyan Female College, de St. PauFs Church der methodisten, de First Presbyterian Church met zeer hoogen toren, de St. John’s Episcopal Church, enz. Over de Ohio zijn bruggen gebouwd, die de stad met de tegenovergelegen steden Covington en Newport in den staat Kentucky in verbinding stellen. C. heeft een in 1870 geopende universiteit (University of C.), 7 medische scholen (medical schools, waaronder vier algemeene, 1 voor pharmacie, 1 voor tandheelkunde, 1 voor homeopathie), twee theologische seminariën, en een menigte instellingen voor middelbaar en lager onderwijs. — C. is een der belangrijkste commercieele en industrieele centrums van het westen der Ver. Staten; door de Ohio staat de stad in gemeenschap met het uitgebreide rivierstelsel van de vallei der Mississippi, terwijl zij door het Miami-kanaal verbonden is met hetEriemeer; het noordelijk eindpunt van genoemd kanaal is bij Toledo; het kanaal staat door een zijtak in gemeenschap met het Wabashen Erie-kanaal, dat van Toledo tot Evansville in Indiana loopt en, 467 eng. mijlen lang, het grootste aller aangelegde waterwegen in de Ver.
Staten is. Groote stoombooten kunnen C. bereiken door middel van het kanaal rondom de stroomsnelten en vallen van de Ohio bij Louisville en Kentucky , geopend in 1872. Handel (koren, vee, vooral paarden), industrie (ijzer, machineriën, schoeisel, kaarsen, lucifers, zeepen en oliën, rijtuigen, bier en whisky, papier).C. telde in 1800 750 inw., in 1850 115,436, in 1890 296,908 en met de voorsteden meer dan 350,000, thans 460,000; tot omstreeks 1860 was het de grootste stad van het westen en, hoewel sinds door Chicago en St. Louis overvleugeld, verdient de stad nog steeds haar ouden bijnaam van „koningin van het westen“; onder de inwoners bevinden zich vele duitschers, die hoofdzakelijk benoorden het Miama-kanaal of gelijk men zegt „over den Rijn” wonen.