Wanneer bij een totale zonsverduistering de maan de zon geheel bedekt, ziet men de eerste als een zwarte schijf, omgeven door een lichtenden ring, welke door de sterrenkundigen corona Wordt genoemd, en zoodra de laatste straal van het zonnelicht verdwenen is, stijgen van den rand der maan op verschillende punten rozekleurige vlammen op, van phantastische vormen. Deze uitsteeksels noemt men protuberansen.
Deze protuberansen nu, blijken bij nader onderzoek uit een dun omhulsel, dat de zon aan alle zijden omringt, te ontspringen en dit omhulsel, als het ware de schitterend lichtende atmosfeer der zon, wordt wegens de roode kleur chromosfeer genoemd. Zij bestaat, evenals de protuberansen bijna geheel uit waterstofgas in gloeienden toestand, benevens uit een op aarde niet bekend element en dat naar de zon Helium genoemd is. Voorts vindt men in de lagere gedeelten der chromosfeer een aantal zwaardere elementen, namelijk metalen in gasvormigen toestand (zie verder Zon).