Graafschap in het westen van MiddenSchotland, bestaat uit de in den Clydeboezem gelegen eilanden Bute, Arran, Groot-Cumbrae en Inchmarnoch, tezamen 582 km.2, 18,600 inw.; het grootste der genoemde eilanden is Arran (zie aldaar dln. 1 pag. 6175); ten noordwesten hiervan ligt het eiland Bute, door een nauwen zeearm van het graafschap Argyle gescheiden; dit is 25 km. lang, 8 breed, en heeft een oppervlakte van 291 km2.; het noordelijk deel ervan is rotsig en kaal, en verheft zich in den Kames-Hill tot een hoogte van 263 m.; het middendeel bestaat uit lage heuvelen met vruchtbare dalen; het zuidelijk deel, aan gene zijde van de zandvlakte LongalChorid gelegen, loopt uit in een landspits, Garroch-Head; het klimaat, hoewel vochtig, is mild en gezond; land- en tuinbouw is het hoofdmiddel van bestaan. De hoofdstad is Rothesay.
Het eiland Inchmarnoch is onbeduidend; Groot-Cumbrae heeft vruchtbare dalen, een goede haven, Nillport, met een drukbezocht zeebad en een priester-seminarie. Het graafschap zendt twee afgevaardigden naar het parlement.