Gepubliceerd op 20-01-2021

Bohemund

betekenis & definitie

Naam van een aantal vorsten van Antiochia.

B. I, oudste zoon van vorst Robert Guiscard, hertog van Apulie, geb. omstr. 1065, onderscheidde zich reeds in de oorlogen zijns vaders tegen den byzantijnschen keizer Alexios I, werd na zijns vaders dood door intrugues zijner stiefmoeder van den vaderlijken troon uitgesloten, en verkreeg eerst na een vierjarigen kamp dat hem tenminste het vorstendom Tarente werd overgelaten; bij den eersten kruistocht trad hij bijzonder op den voorgrond en de verovering van Antiochia in den zomer van het jaar 1098 was hoofdzakelijk aan hem te danken; hij was de eerste die genoemde stad binnenging, en werd tot vorst er van geproclameerd, viel echter kort daarop in handen der Turken, wist te ontkomen, ging naar Italië terug, begaf zich vervolgens naar Frankrijk, huwde daar met Constance, dochter van den franschen koning Philippe I, wier huwelijk met Hugues vernietigd was geworden, bracht een leger op de been, voerde het naar Griekenland, sloeg in den herfst van het jaar 1108 het beleg voor de stad Durazzo, zag zich echter genoodzaakt met keizer Alexios vrede te sluiten en Griekenland te verlaten, keerde naar Italië terug om nieuwe strijdkrachten te verzamelen, stierf echter aldaar in 1111.
B. II, zoon des vorigen, was nog onmondig toen zijn vader stierf; het vorstendom Antiochia werd nog steeds door Trancred, vertegenwoordiger zijns vaders, bestuurd, en na deze door Roger van Salerno; B. nam in 1126 de regeering persoonlijk over, doch viel reeds in 1130 op het slagveld, in een zijner gevechten met de mohamedanen.
B. III, kleinzoon des vorigen, kwam in 1163 aan de regeering over het vorstendom Antiochia, doch werd kort daarop door Nureddin van Syrië gevangen genomen; koning Amalrik van Jeruzalem belette slechts met moeite de inname van Antiochia door Nureddin; B. werd tegen een aanzienlijk losgeld vrijgelaten; hij bleek echter geheel ongeschikt te zijn om te regeeren, en maakte zich daarenboven weldra door zijn levenswijze zoo gehaat, dat eerst de geestelijkheid, daarna ook vele zijner vasallen tegen hem opstonden, zoodat zijn land het tooneel van bloedige inwendige onlusten werd; hij stierf 1201,
B. IV (1201—33) en B. V' waren onbeduidende vorsten
B. VI was niet in staat het uiteenvallen van zijn gebied te beletten; 17 Mei 1268 werd Antiochia door de Mammeluken onder Baibars (Bibars) veroverd; B, stierf als vorst van Tripolis in 1274.
B. VII, zijn opvolger, stierf kinderloos, in 1287; na zijn dood brak een strijd over de opvolging uit; intusschen maakten de mohamedanen met de inname van Tripolis in 1289 en Acre in 1291 aan de heerschappij der christenen in Syrië een einde.

< >