1) Vasalstaat (Bhopal Political Agency) in Centraal-Indië, 17568 km2., 960.000 inw., meest hindoes;
2) hoofdpl. van den gelijkn. vasalstaat, onder 23° 15½ N.B. en 77° 26 0. L v. Gr., ommuurd, breede rechte straten, een fort. dat, evenals het vorstelijk lustverblijf Fatihgarh, gelegen op een heuvel een weinig ten z.w. der stad, in staat van verval verkeert; 70.400 inw.; ten z.w. van genoemd lustslot een visch- en krokodillenrijk meer, 7½ km. lang, 2 breed, dat door middel van een waterleiding de stad van water voorziet. B. staat door de spoorlijn B. Itarsi in gemeenschap met de lijn BombayAllahabad. Het rijk B. werd gesticht door den afghaanschen vorst Dost Moehammad, nadat deze zich van Aurangzeb onafhankelijk had gemaakt; hij overleed in 1723. Grondlegger der tegenwoordige dynastie was Wasir Moehammad, die zich met moeite tegen de Mahratten staande hield en in 1816 stierf: zijn zoon Nasar Moehammad sloot in 1818 een verdrag met de Engelschen, waarbij aan zijn rijk de onafhankelijkheid werd verzekerd, onder beding dat het per jaar een contingent van 300 soldaten en 600 man bereden troepen voor het engelsche leger in Indië zou leveren; Nasar Moehammad werd opgevolgd door zijn dochter, Sikandar-Begam, die in het huwelijk trad met haar neef en bij deze een dochter, Shah-Djahan had; zij regeerde met zooveel beleid, dat zij in de heerschappij werd bevestigd en haar dochter tot haar opvolgster benoemd werd; als belooning voor de diensten die zij de Engelschen tijdens den grooten opstand van 1857 bewees, verkreeg zij een vergrooting van grondgebied; zij stierf op een pelgrimstocht naar Mekka, 1868, en werd door haar dochter opgevolgd, die in 1874 met Ahmad-Ali-Khan huwde; hun dochter, Sultan Djahan Begam werd in 1884 als toekomstige troonopvolgster aangewezen.