Gepubliceerd op 17-02-2021

Barend ter haar (1831)

betekenis & definitie

Bzn., zoon van den vorige, geb. 28 Sept. 1831 te Eemnes, was van 1856—98 predikant bij de hervormde gemeente in verschillende plaatsen en overl. in 1902; hij schreef: Roode Teun (verhaal, Nijm. 1861), Antonie van Boekhorst (nijmeegsehe novelle, Amst. 1862), Zonnestraaltjes in de ziekenkamer (Tiel 1864), Photo grammen (Nijm. 1870), verspreide en afzonderlijk uitgegeven geschriften over kerk en school, biographieën, dichtstukken enz.; voorts bewerkte hij: Streekfuss, De geschiedenis der wereld aan het volk verhaald (10 dln., Leiden 1867—74), Geschiedenis der wereld van ’t begin der fransche omwenteling af tot op onze dagen (4 dln., 1880 v.v.), Grafbloemen uit den vreemde en van eigen grond (Nijm. 1868).

< >