Bergland in Afghaansch Turkestan, tusschen 36 en 38° N.B. en 69° 30’ en 72° O.L. voor Gr. Het gebergte is rijk aan ijzer, zout en lapis lazuli.
De bevolking bestaat uit Perzisch sprekende Schiieten, Usbeken en Sunnitische Arabieren en wordt op 100.000 zielen geschat; zij drijft handel in slaven en paarden en houdt zich met ijzer-industrie en het vervaardigen van wapens bezig. Hoofdpl. is Rustak.