1) de haarbos onder aan de kin bij enkele zoogdieren:
2) ruwe randen aan gegoten, geboorde of gesneden voorwerpen, braam;
3) bij molens; een uitgesneden stuk hout, aangebracht onder aan het windpeluw en als sieraad dienende ;
4) het deel van een sleutel, dat bij het omdraaien een aan den schieter of tong bevestigen tand grijpt.