Het tweede letterteeken van het phoenicisch-grieksche alphabet en der daaruit afgeleide alpbabeten, de eerste der medeklinkers, etymologisch verwant met de p. en de v. en staande als zachte muta tegenover de p. Men onderscheidt: hoofdletter B. en gewone letter b.
De vorm der B in de oudste inschriften der Semieten is een driehoek met een omlaag gericht staartje; haar hebreeuwsche vorm doet aan een huis denken, vandaar haar naam Beth (huis), grieksch Bèta. De Spanjaarden spreken de b uit als v en omgekeerd; in Nederl. woorden die op b eindigen wordt zij meest als p uitgesproken; ook in andere talen wordt de b soms als p uitgesproken: de Latijnen spraken absens uit als apsens, plebs als pleps; de Franschen absurde als apsurde, enz.Als teeken of symbool gebruikt men de B veelvuldig om het tweede van een reeks voorwerpen aan te duiden. B beteekende de tweede dag of Maandag in de oude ritueele kalenders der ouden. Op muntstukken geeft zij in het algemeen aan, dat het stuk aan de tweede munt des rijks is geslagen. Bij de Grieken stelde de b, van boven met een accent geteekend (b') het getal 2 voor, en het getal 200 indien zij was voorzien van een laag accent ; bij de Romeinen stelde zij een waarde van 300 voor, en, van boven voorzien van een horizontaal streepje 3000. In de chemie, teeken voor Borium. B in de wiskunde zie A.; in de muziek: een verplaatsingsteeken, waardoor een noot een halve toon wordt verlaagd Bij areometer-opgaven; schaal van Baumé; op oude recepten: balneum, ook balsamum. Voor afkortingen zie op de alphabetische plaats