Gepubliceerd op 19-01-2021

Argos

betekenis & definitie

of Argolis. Bij de ouden het oostelijke landschap van den Peleponnesus; het grensde ten w. aan Arcadia, ten n. aan Phliasië en Corinthië, ten n.o. aan de Saronische golf, ten z.o. aan de Myrtoische zee, ten z.w. aan de Argolische golf, ten z. aan Laconië.

Het land is in tegenstelling van de beteekenis die Strabo aan zijn naam geeft, (vlakte), zeer bergachtig. Behalve eenige kleine hier en daar verstrooide vlakten bevat slechts het vlakke land rondom de hoofdstad, Argos, waarvan het oostelijk deel Prosy mna heette, vruchtbaren bouwgrond. De bergen van Argolis zijn de meest woeste en onvruchtbare van geheel Peloponnesus; geheel van bosch ontbloot, zijn zij grootendeels steile rotsklompen met scherpe hoeken en kammen en diepe kloven. Dicht bij Nauplia treft men een werkelijk doolhof aan, hetwelk de ouden voor een verblijf der dochters van Proetus hielden en voor een werk der Cyclopen; ook meende men tusschen Hermione en Troezen een ingang naar de onderwereld ontdekt te hebben, waar men geen veergeld noodig had. Behalve in de vlakten is de landstreek arm aan water, zoodat Homerus met recht spreekt van het dorstige Argos. De hoofdrivier is de Inachus (Panitsa).Als oorspronkelijke bewoners worden de Ionische Cyniruërs vermeld, wier naam in de zuidelijke landstreek bleef voortleven. Door Inachus en zijne nakomelingen werden de Pelasgen de heerschende stam, vooral in de vruchtbare vlakte rondom de stad Argos ; tot hen kwam Danaus uit Egypte, wiens nakomelingen, de Perseïden, en de met hen verwante Heracliden, door de Pelopiden verdrongen werden, die op hun beurt weder voor de Doriërs moesten wijken; hier vermengde zich het dorismus meer dan elders met de oorspronkelijke elementen, zoodat de democratie er ingang vinden kon. De beroemdste regent van deze landstreek was omstreeks 740 v. Chr. Phido, die zich over Corinthus, Aegina, Epidaurus en Troezen de heerschappij had verworven. Na Phido’s val bleef Argos machteloos en verloor het landschap Cynuria.

De gevoeligste slag echter werd Argos toegebracht in ’t jaar 506 v. Chr., kort voor de perzische oorlogen, door den spartaanschen koning Cleomenes, waarbij 7777 manschappen zouden gesneuveld zijn, zoodat de Argivers aan de Perzische oorlogen geen deel konden nemen en de heerschappij een tijd lang op de lijfeigenen of Gymnesiërs overging. Ijverzucht tegen Sparta was een hooidtrek der Argivers, maar door de zedeloosheid van het volk kon de staat zich nimmer verheffen en bleef een speelbal van vreemde staatkunde. Als lid van het achaeïsch verbond geraakte Argos later in de macht der Romeinen. De gelijknamige hoofdstad was de oudste en merkwaardigste stad van Peloponnesus.