L. (Dille) Plantengeslacht van de Familie der Schermdragende Gewassen, TJmbelliferae; stengel rond, bladen 2—3-voudig gevind, met veeldeelige blaadjes en draadvormige slippen, bladscheeden kort meti ngesneden top, bloemkroon geel; A. graveolens, de gewone dille, bereikt een hoogte van 3/2 tot IV4 M. en is een eenjarige plant, die Juli—Sept. bloeit; zij wordt gekweekt ter wille van haar specerij achtig zaad, dat een scherp prikkelenden smaak heeft en bij distillatie een bleekgele etherische olie oplevert; de bladeren worden bij het inleggen van augurken enz. gebruikt; de vruchten waren vroeger officineel; zij komt, doch zelden, ook in het wild voor.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
