Zoon van Zeus en Antiope, de dochter van koning Nicteus van Thebe; Amphion werd tegelijk met zijn tweelingbroeder Zethus te vondeling gelegd en door herders gevonden en opgevoed; bij de beide broeders ontwikkelde zich een geheel verschillende inborst ; Zethus werd een geoefend, ruw, onbeschaafd jager en herder, Amphion legde zich op de kunsten toe en wijdde zich aan zang en muziek; hun moeder werd door haar vaders broeder, Lycus, na Nicteus’ dood koning van Thebe, gevangen gehouden en mishandeld, doch wist te ontkomen en vluchtte naar hare zonen; Amphion en Zethus trokken nu tegen Lycus op, en doodden hem, benevens zijn vrouw, Dirce, deze laatste door haar aan de horens van een stier te binden; haar lijk wierpen zij in een bron, sinds naar haar genoemd (zie Farnesische Stier). De tweelingbroeders maakten zich vervolgens van de heerschappij over Thebe meester en ommuurden deze stad: de steenen voegden zich op het geluid van Amphion’s lier vanzelf tezamen.
Zethus huwde met Thebe, Aesopus’ dochter, Amphion met Niobe (zie deze). Amphion wordt vermeld als de oudste der Grieksche toonkunstenaars. .