(Gummi-resina ammoniacum). Eene gomhars, het ingedroogde sap van den in de woestijnen van Perzië groeienden boom Dorema Ammoniacum Don. ; dit sap vloeit naar buiten door wonden, tengevolge van den steek van insecten, of door opzettelijk gemaakte openingen.
Het bestaat uit 70% in alcohol oplosbare hars, 24% gom, 1% % etherische olie, en water. In den handel worden de volgende soorten onderscheiden:A.-gom in korrels (Ammoniacum in granis), nootvormige ronde stukjes, meestal tot massa’s aaneengekleefd, geel of bruingeel van kleur, vetglanzig op de breuk; zij wordt in de geneeskunde als krampstillend middel alsook voor pleisters enz. gebruikt;
A.-gom in koeken (Ammoniacum in placentis), deze is doorgaans met zand, aarde en andere onzuiverheden verontreinigd, en moet voor geneeskundig gebruik eerst daarvan worden bevrijd.
De in Afrika groeiende boom Ferula tingitana levert eene verscheidenheid dezer gomhars op; deze soort is helderbruin, week, zwakker van geur en minder bitter van smaak en komt minder veelvuldig in den handel voor.