Gepubliceerd op 19-01-2021

Alpaca

betekenis & definitie

of Pacos (.Auchenia pacos of Lama pacö) Zoogdiersoort van de Orde der Herkauwenden, Ruminantia, van de Eamilie der Kameelachtigen, Tylopoda, (of volgens andere stelsels van rangschikking van de Orde der E ven ving erigen, Artiodactyla, 1ste Onderorde, Tweehoevigen, Bidactyla, 2de Familie, Kameelachtigen, Camelidae) en van het geslacht der Lama’s, Auchenia; dit dier is middelmatig van grootte, kort van snuit en ooren, de huid is met lange, dichte wol bedekt; geen hoornen; de kleur wisselt af van geelachtig bruin tot grijs en bijna wit; ook bijna zwarte alpaca’s komen voor. Dit dier is een natuurlijk bewoner der Andes, het veelvuldigst komt het voor op de hooge gebergten van Peru en Chili, waar kudden van soms 100 tot 200 stuks tot op de grenzen der eeuwige sneeuw worden gevonden ; in den vrijen staat is het zeer schichtig en schuw; als de kudde graast, staan enkele leden daarvan als op schildwacht en geven bij het minste teeken van gevaar het sein tot een algemeene, overhaaste vlucht.

De Indianenstammen die Peru bewonen, hebben doorgaans groote kudden dezer dieren, die op de hooggelegen bergweiden grazen, en alleen bij den scheertijd naar de hutten hunner eigenaars worden gedreven; een van de kudde geraakte alpaca werpt zich op den grond en is noch door vriendelijkheid noch door mishandeling te bewegen op te staan; alleen van zeer jong af daaraan gewend kunnen zij, afgezonderd van de kudde, in de nabijheid van menschen tieren, doch worden alsdan ook zeer mak en gemeenzaam en zeer zindelijk. Pogingen zijn aangewend geworden om de alpaca in Europa te acclimatiseeren, doch over het algemeen met geen gunstig gevolg. In de Pyreneeën is deze poging tot nog toe het best geslaagd. Het vleesch der alpaca’s is zeer gezond en voedzaam.

< >