Gepubliceerd op 23-02-2021

Adriaan kluit

betekenis & definitie

nederlandsch geschiedkundige, geb. te Dordrecht 9 Febr. 1736, overl. 12 Jan. 1807 bij gelegenheid van het springen van een kruitschip binnen Leiden. In 1778 tot hoogleeraar in de geschiedenis en oudheidkunde benoemd aan de universiteit te Leiden, was hij in 1795 om zijn stadhouderlijke gezindheid genoodzaakt ontslag te nemen, maar werd 1802 in zijn ambt hersteld.

Van zijn vele werken vermelden wij: Historia critica comitatus Hollandiae el Zelandiae (1777 —85, 4 dln., onvoltooid), Historiae foederum Belgii Foederati primae lineae (3 dln., 1790 —91), Historie der Hollandsche staatsregeling tot aan het jaar 1795 (5 dln., 1805).

< >