Gepubliceerd op 18-03-2021

Adolf rosenberg

betekenis & definitie

duitsch schrijver over kunst, geb. 30 Jan. 1850 te Bromberg, woont te Berlijn; hoofdwerken: Sebald und Bartel Beham (1875), Die Berliner Malerschule (1879), Rubens-Briefe (1881), Geschichte der modernen Kunst (1882—88, 3 dln.), Die Rubens-Stecher (1888); ook vele biographieën voor de door Knackfuss uitgegeven „Künstlermonographien” (o. a. van Jan Steen, A. en D. van Ostade), verder voor „Klassiker der Kunst” de biographieën: Raffael (Stuttg. 1904), Rembrandt (ald. 1904), Rubens (ald. 1905); met Licht, de verzamelwerken: Die Architektur Berlins, Die Architektur Deutschlands en [i]Die Architectur der Gegenwart.

[/i]

Carl Benjamin Hermann von Rosenberg

(baron) natuurvorscher, geb. 1817 te Darmstad't, kwam begin 1840 als militair op Java, werd bijna onmiddellijk naar Padang gedirigeerd om Junghuhn te assisteeren bij zijn onderzoekingstochten op Sumatra, bleef hier 16 jaren, werd later belast met een opneming van het eiland Ceram en vervolgens met het doen van reizen in het belang van natuurk. onderzoekingen, ging 1871 naar Europa en overl. 1888 te Den Haag; schreef behalve opstellen in wetensch. tijdschriften: Reistochten in de afdeeling Gorontalo, Reis naar de Zuid-0 o ster eilanden, Reistochten naar de Geelvinkbaai 1869—70 (allen uitgegeven door het Kon. Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde), verder Der Malayische Archipel.



Otto August Rosenberger

astronoom, 1800—90, geb. in Koerland, 1826—79 hoogl. te Halle; vele berekeningen, o. a. betreffende de komeet van Halley.

< >