Gepubliceerd op 06-12-2018

ZOUTKEET

betekenis & definitie

ZOUTKEET, v. (...keten), verzamel- en bereidplaats van zout;

...KETEL, m. (-s), ketel waarin zout uitgedampt wordt;
...KLOMP, m. (-en):
...KOKER, m. (-s);
...KORF, m. (...ven),
...KORREL, v. (-s);
...KORST, v. (-en), korst zout: de rotsen waren met eene zoutkorst overdekt;
...KRAMER, m. (-s);
...KRUID, o. sodakruid; zeekraal;
...KRUK, v. (-ken), zekere plank (gereedschap in de zoutgroeve);
...KUIL, m. (-en), zoutmijn;
...KUIP, v. (-en);
...LEPELTJE, o. (-s);
...MAAT, v. (...maten), eigenaardige maat voor zout; ..MAGAZIJN, o. (-en);
...MAKER, m. (-s);
...MAKING, v. zoutwording, -bereiding;
...MAND, v. (-en), zoutkorf;
...MARMER, o. eene fijngevlekte soort van marmer met korrels glimmer erdoor die op zoutkorrels gelijken;
...MEER, o. (...meren), meer dat zoutwater bevat; gewoonlijk is de bodem ook met eene dikke zoutlaag bedekt;
...METER, m. (-s), die belast is met het meten van zout;
...MIJN, v. (-en), mijn waaruit keukenzout gewonnen wordt: de zoutmijn te Wieliczka is beroemd;
...MOER, v. stof die hij het zoutzieden overblijft;
...MOERAS, o. (-sen), zouthoudend moeras;
...MONOPOLIE, o. alleenhandel van zout;
...PACHT. v. verpachte zoutbelasting;
...PAKHUIS, o. (...zen);
...PAN, v. (-nen), pan waarin zich het zout zet zouttuin; panter droging van het zout in de keet;
...PILAAR, m. (...laren), zuil van zout(in eene mijn); beeld van zout (in de Heilige Schrift); hij staat daar als een zoutpilaar, geheel roerloos, onbeweeglijk;
...PLANT, v. (-en), plant die voor hare ontwikkeling zout behoeft;
...POT, m. (-ten), pot met of voor zout;
...RAFFINADERIJ, v. (-en), fabriek waarin zout gezuiverd wordt:
...RAFFINADEUR, m. (-s);
...RECHT, o. zoutbelasting;
...SCHIP, o. (...schepen), schip met zout geladen ;
...SCHUIM, o. o. (glasbl.) hetgeen bij de eerste smelting van het glas overblijft;
...SCHUIT, v. (-en), schuit bestemd tot het vervoer van zout;
...SLUIKER, m. (-s), die zout invoert met ontduiking der verschuldigde belasting ;
...SMOKKELAAR, m. (-s), zoutsluiker;
...STEEN, m. (-en), brok zouterts;
...STEENSCHUIM, o. gezuiverd salpeter.