Gepubliceerd op 06-12-2018

WINKELJONGEN

betekenis & definitie

WINKELJONGEN,

...KNECHT, m. (-s), knecht van een winkelier;
...JUFFER, v. (-s),
...JUFFROUW, v. (-en), vrouwlijke winkelbediende;
...KAART, v. (-en), kaart die men aan behoeftigen ; geeft, waarop zij in een daarop vermelden winkel levensbehoeften kunnen krijgen;
...KAMER, v. (-s), kamer tot een winkel behoorende; ontvangkamer voor de koopers;
...KAST, v. ( en), gedeelte van den winkel waar de koopwaren uitgestald liggen (inz. voor de ramen aan de straat);
...KNECHT, m. (-s), winkeljongen; (fig.) waar die geen aftrek heeft;
...KNIE, v. (-ën), (zeew.) zeker houtwerk : rechthoekige knie;
...LADDER, v. (-s), trapleer in den winkel;
...LADE, v. (-n), geldlade in de toonbank;
...LAMP, v. (-en);
...LEI, v. (-en);
...LICHT, o. ;
...LUIK, o. (-en).

< >