Tricot - o. machinaal gebreide stof, voor kousen, onderbroeken, borstrokken, lijfjes enz. gebruikt: tricot dragen;
—, v. (-s), kleedingstuk van tricot; inz. een japonlijf en een nauwsluitend kleed om het geheelelichaam (voor dansers, paardrijders, kunstenmakers enz.);
— BORSTROK, m. (-ken);
— BROEK, v. (-en);
— TAILLE, v. (-s), enz.