SPINHUIS - o. (...zen), huis waar gesponnen wordt; (oudt.) tuchthuis;
—gevangenis zijn broer zit in ’t spinhuis,
—BOEF, m. (...ven), iem. die in het spinhuis zit;
—MOEDER, v. (-s),
—VADER, m. (-s), opzichtster, opzichter van een spinhuis;
—STRAF, v. straf, opsluiting in een spinhuis.