Schapenaard - m. aard van een schaap;
— (fig.) zachte aard; volgzaamheid : de schapenaard der groote menigte;
...BLOEM, v. (-en), (plantk.) witte klaver (trifolium repens) en roode klaver (T. pratense);
...BOTER, v. boter van schapenmelk;
...DIEF, m. (...ven);
...DISTEL, v. (plank.) melkdistel (sonchus oleraceus);
...FOKKER, m. (-s), die zich met schapenfokken bezighoudt;
...FOKKERIJ, v. aankweeking, teelt van schapen;
—, v. (-en), inrichting waar schapen gefokt worden:
...GAL, v. (plantk.) moeras-vergeet-mij-niet (myosotis palustris), zekere ruwbladige plant die als schadelijk voor het vee, inz. voor de schapen, beschouwd wordt;
...GELD, o. recht, belasting op de schapen.