Gepubliceerd op 24-02-2020

Paai

betekenis & definitie

Het begrip paai heeft 2 verschillende betekenissen:

1. paai - - PAAI, m. (-en), oud man, bestevaar (thans nog Z. A.);
— (zeew.) oud bevaren matroos (evenals de jongste zeuntje heet), belast met het beheer en de afgifte van sommige benoodigdheden tot het scheepswerk: paai van het kabelgat, die alle touwwerk beheert; paai van de zeilkooi, die belast is met de zorg voor de zeilen; paai van den mast;
— (volkstaal) oude paai, oude kerel.

2. paai - paai - v. (-en), termijn (van betaling);
— (gew.) wat op een bepaalden tijd als loon wordt uitbetaald : de paai uitrekenen, het loonbriefje opmaken.