(rende om, heeft en is omgerend), om iets heen rennen : het stof vloog ons om de ooren, toen al die paarden het circus omrenden;
— in 't wilde rondrennen : de jongens hebben als hazen op de speelplaats omgerend;
— doen omvallen door er tegen aan te rennen : de paarden hebben eenige jachtpalen omgerend;
— (omrende, heeft omrend), berennen, met een vijandelijk leger omsluiten en bestormen : het Bourgondische leger omrende de stad.