Nieskruid o. een plantengeslacht tot de familie der ranonkelachtigen behoorende, waarvan alleen het groene nieskruid (helleborus viridis) in Nederland in ’t wild voorkomt, terwijl het zwarte (h. niger) als sierplant wordt gekweekt; (fig.) (Zuidn.) iem. nieskruid toedienen, hem iets onaangenaams toebrengen of een pak slaag geven;
...MIDDEL, o. (-en), middel om iem. te doen niezen;
...POEDER, o. (-s), poeder dat doet niezen, als geneesmiddel aangewend.