Gepubliceerd op 19-09-2018

Loog (1)

betekenis & definitie

Loog v. oplossing van scherpzoute of bijtende alcali in water; grondstof bij de zeepbereiding; het linnen in de loog zetten, om te bleeken; (fig.) iem. uit de loog borstelen, iem. in een nieuw pak (kleeren) steken;

— (Zuidn.) slechte drank, inz. slechte koffie;
— wijnsteenwater (waarin het zilver wordt wit gekookt);
— (boekdr.) zeker chemisch water (ook wel potasch en zeep, in regenwater gekookt) om de afgedrukte vormen van de overgebleven inktdeelen te zuiveren.

< >