KOGELGIETER, m. (-s), die kogels giet;
...GIETERIJ, v. het kogelgieten;
— mv. (-en), plaats, waar kogels gegoten worden;
...GOOT, v. (...goten), gootvormige bak, waarlangs men bij het verstapelen of laden van kogels deze naar beneden laat rollen;
...HOK, o. (-ken), kogelperk;
...JASPIS, m.;
...KAR, v. (-ren), handstortkar tot vervoer van projectielen;
...KLOS, m. (-sen), lichte houten cilinder, aan de eene zijde uitgehold, om den kogel te ontvangen, aan de andere zijde van eene groef voorzien om de kardoes in te binden.