Het begrip kogel heeft 2 verschillende betekenissen:
1. kogel - KOGEL, v. (-s), (gew'.) bijenkap, van voren van koperdraad voorzien.
2. kogel - KOGEL, m. (-s), bal inz. zooals uit kanonnen, geweren enz. geschoten wordt: een ijzeren kogel; looden kogel; een holle kogel; met kogels schieten;
— tot den kogel veroordeeld zijn, den kogel krijgen, om doodgeschoten te worden;
— iem. of zich een kogel door het hoofd jagen, voor den kop schieten; een kogel wisselen, duelleeren met het pistool;
— (spr.) de kogel is door de kerk, de beslissing is gevallen, nu is er niets meer aan te doen.KOGELTJE, o. (-s).
