Van Dale 1898 Groot woordenboek der Nederlandsche taal Gepubliceerd op 13-09-2018 Kapoen betekenis & definitie m. (-en), gesneden en vetgemeste haan; — (in Vlaanderen) scheldnaam: deugniet; (van een kleinen guit) schalk. KAPOENTJE, o. (-s), jonge kapoen. Gerelateerd Alles over Kapoen Synoniemen van Kapoen Spelling Kapoen Spreekwoorden met Kapoen Lukraak woord Uitgelicht Bestel het boek "Nero De kapoentjes-trilogie" van "Marc Sleen"