JODENNOOTJE, o. (-s), (gew.) beukenootje;
...PEK, o. asphalt;
...SCHOOL, v. (...scholen);
...STRAAT, v. (...straten), straat, meerendeelK dooi Israëlieten bewoond;
...WIJK, v. (-en), jodenbuurt;
...SLAATJE, o. (gew.) vrucht van den els;
...TAAL, v. taal die de Joden spreken (met hebreeuwsch vermengd);
...TABAK, v. (gew.) bloeiwijze van den els;
...TOER. m. (-en), moeilijk, lastig werk waar veel geslepenheid en overleg bij te pas komt: dat was een heele jodentoer;
...VERVOLGING, v. (-en);
...WINST, v.;
...WOEKER, m. ongeoorloofde winst, woekerwinst.