HONDSEND, o. (-en), (scheepst.) Spaansche takeling, de verdikking aan het uiteinde der strengen van eenig touwwerk, ten gevolge van het splitsen daarvan, wat het uitdraaien der strengen belet;
...GRAS, o. (gew.) zekere grassoort, kweek (triticum repens);
...HAAI, m. (-en), (nat. hist.) eene soort van haai (scyllium canicula), wordt hoogstens 1 M. lang; hij legt de groote bruine haaieneieren die zoo vaak hieraan het strand liggen;
...HONGER, m. (geneesk.) geeuwhonger;
...KERS, m. (-en). zwarte vogelkers (prunus padus); (soms) de bes van het bitterzoet (solanum dulcamara);
...KNOPPEREN, v. mv. (gew.) hondsboom;
...KOP, m. (-pen), (nat. hist.) zeehond, zeekalf;
...KRAMP, v. zekere ziekte, eene aanhoudende, pijnlijke samentrekking van eenige spiergroepen of van het geheele lichaam: het paard lijdt aan hondskramp; (ook) gemaakte grijns;
...KRUID, o. (gew.) hondsgras;
...KRUIS, o. (-en), kruis aan den halsband van een hond;
...KULLEKENSKRUID, o. (gew.) standelkruid;
...LAPPENMOS, o. hondsmos;
...LETTER, v. de letter R;
...LOOK, o. (gew.) zekere plant, wilde knoflook (allium vineale);
...LUIS, v. (...luizen), zeker insect (trichodectes latus Burm.).