GUUR, bn. (-der, -st), (van personen) stuursch, onvriendelijk: een guur mensch;
— (van het weder) koud, onaangenaam het is guur weder; de noordenwind is guur; een gure najaarsdag; de gure wintervlagen. GUURHEID, v.
Gepubliceerd op 12-09-2018
betekenis & definitie
GUUR, bn. (-der, -st), (van personen) stuursch, onvriendelijk: een guur mensch;
— (van het weder) koud, onaangenaam het is guur weder; de noordenwind is guur; een gure najaarsdag; de gure wintervlagen. GUURHEID, v.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: