Het begrip ganzerik heeft 2 verschillende betekenissen:
1. ganzerik - GANZERIK, m. (-en), mannetjesgans, thans gewoonlijk gent of gander geheeten.
2. ganzerik - GANZERIK, v. plantengeslacht (potentilla) uit de familie der roosachtigen; aardbeziebladige ganzerik; zilverwitte ganzerik; kruipende ganzerik; liggende ganzerik; voorjaarsganzerik; rechte ganzerik.