Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie V
- VODDEWERK
- VODDIG
- VODKA
- VOEDEN
- Voeder
- VOEDERARTIKEL
- VOEDEREN
- VOEDERGEWASSEN
- VOEDINGSCOMMISSIE
- VOEDINGSGEWASSEN
- VOEDSEL
- VOEDSTER
- VOEDSTERDOCHTER
- VOEDSTEREN
- VOEDSTERLING
- VOEDSTERLOON
- VOEDZAAM
- VOEG
- VOEGBLOK
- VOEGE
- VOEGEN
- VOEGER
- VOEGHOUT
- VOEGLIJK
- VOEGMES
- VOEGSEL
- VOEGSPIJKER
- VOEGWOORD
- VOEGZAAM
- VOELBAAR
- VOELDRAAD
- VOELEN
- VOELER
- VOELHEFBOOM
- VOELHOORN
- Voer
- VOERAGE
- VOERBAAI
- VOERDER
- Voeren
- VOERERWT
- Voering
- VOERINGKATOEN
- VOERLOON
- VOERMAN
- VOERMEEL
- VOERSTRAAL
- VOERTUIG
- VOET
- VOETANGEL
- VOETBAD
- VOETBAL
- VOETBALLEN
- VOETBANK
- VOETEERDER
- VOETEEREN
- VOETELING
- VOETELOOS
- VOETENEINDE
- VOETEUVEL
- VOETIJZER
- VOETING
- VOETJE
- VOETJICHT
- VOETMAAT
- VOETREIS
- VOETSTAL
- VOETSTOOTS
- VOETSTUK
- VOETTANG
- VOETVAL
- VOETVORMIG
- VOETVRIJ
- VOETWARMER
- VOETWASSCHING
- VOETWEG
- VOGEL
- VOGELAAR
- VOGELAAS
- VOGELBEKDIER
- VOGELBES
- VOGELDIEF
- VOGELEN
- VOGELENZANG
- VOGELFLUITJE
- VOGELIJN
- VOGELJACHT
- VOGELLANDSCHAP
- VOGELLIJM
- VOGELNEST
- VOGELNET
- VOGELRIJK
- VOGELROEDE
- VOGELTJESZAAD
- VOGELTUIN
- VOGELVLUG
- VOGELVOEDER
- VOGELVRIJ
- VOGELVRIJVERKLAARDE
- VOGELWEIDE
