DOORLIGGEN, (lag door, heeft en is doorgelegen), voortdurend liggen;
— de zieke heeft zich doorgelegen, door het langdurig liggen is de bloedsomloop in de huid gestoord, waardoor de voeding der huid minder werd, deze verstierf en openging; de zieke is doorgelegen, (zijn rug enz.) is door het liggen open.