Gepubliceerd op 02-09-2018

Domein

betekenis & definitie

DOMEIN, o. (-en), onroerende goederen, den staat of het hoofd daarvan toebehoorende: koninklijke domeinen; vgl. kroondomein, staatsdomein; ontvanger der registratie en domeinen;

publiek domein, straten, wegen, vaarten enz.;
— (fig.) eene wetenschap, kunst wordt publiek domein, komt buiten den kring der vakmannen;
— (fig.) het domein der kunst, gebied;
— dat behoort niet tot mijn domein, tot mijne bevoegdheid.

< >