Gepubliceerd op 01-09-2018

Bespelen

betekenis & definitie

BESPELEN, (bespeelde, heeft bespeeld), spelen met; eens bespeelde kaarten;

— spelen op: een biljart bespelen; eene viool bespelen;
— de Rotterdammers bespelen den Leidschen Schouwburg, spelen in. BESPELER, m. (-s). BESPELING, v. BESPEELSTER, v. (-s).

< >