(arceerde, heeft gearceerd), met teekenstift, ets- of graveernaald dicht naast elkaar geplaatste lijnen trekken ter uitdrukking der schaduwen, of (bij een vlakornament) om de verschillende deelen te doen uitkomen. ARCEERING, v. (-en), het arceeren; het daardoor voortgebrachte enkele arceering, met evenwijdige lijnen;
— dubbele arceering, met gekruiste lijnen. ARCEERMACHINE, v. (-s), (bij ’t plaatsnijden). ARCEERSEL, o. (-s), w. g.) arceering.