(slofte af, heeft en is afgesloft), de verf, het boensel van een vloer afsloffen, afschuren, afslijten door er sloffend over heen te gaan;
— (schoeisel, als muilen, pantoffels, schoenen enz.) verslijten en bederven door ermede te sloffen, door het over den grond te laten slepen dat kind licht nooit zijne voeten genoeg op en heeft in een ommezien een paar schoentjes afgesloft;
— (gemeenz.) (van handelingen, bedrijven enz.) allengs met minder kracht en ernst behandeld worden de handhaving van die wet begint merkelijk af te sloffen. AFSLOFFING, v.