bn. bw. (-er, -st), goedgunstig, welgezind : welwillend jegens iem. zijn ; tem. welwillend aanzien ; — dienstvaardig, voorkomend : dat is mij welwillend afgestaan.
Uitgelicht
Wekelijks trending en actuele woorden ontvangen in je mailbox? Schrijf je net als 2.112 anderen in!