Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Uitschakelen

betekenis & definitie

(schakelde uit, heeft uitgeschakeld),

1. (eig.) door schakeling, door het verstellen van een schakelaar onderbreken, resp. buiten werking stellen : de stroom, het licht, een toestel uitschakelen;
2. (fig.) in een positie of toestand brengen waardoor het object niet meer werken, niet meer meedoen kan : dat gevaar is daarmee uitgeschakeld ; laten we die zijde van het vraagstuk even uitschakelen ; het parlement uitschakelen.