Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Tramontane

betekenis & definitie

v., uit It. tramontana. hetzij als benaming van de poolster of van de noordenwind, in de lig. zegsw. zijn tramontane kwijt zijn, verliezen, zijn koers kwijt zijn, in verwarring, het spoor bijster, ook dronken zijn; (gew.) uit zijn tramontane zijn, uit zijn humeur, van streek zijn.

< >