I. TOPPER
m. (-s),
1. die topt;
2. vogel met een kuif: inz. toppereend;
3. (zeew.) touw waarmee b.v een laadboom uit de horizontale stand wordt opgezet.
II. TOPPER (Eng.), m. (-s), korte damesmantel, zo« genoemd omdat de onderrand reikt tot de top van de middelvinger bij afhangende hand.