Wat is de betekenis van topper?

(1960) topnummer; succesnummer; topfiguur; uitblinker. • U schreef dat Petera populariteit in West-Duitsland afnam. Hoe is het dan mogelijk, dat hij 5 maanden geleden nog maar met een topper op de Hitparade stond en nu met twee, nl. „Va bene" en „Jedes Mädchen auf Erden". (De Telegraaf, 07/12/1960) • Ik heb buitenlandse...

topper - Zelfstandignaamwoord 1. succesnummer 2. (sport) belangrijke wedstrijd 3. uitblinker, topfiguur 4. toppereend, Aythya marila een vogel uit de familie van Anatidae (zwanen, ganzen en eenden) 5. korte damesmantel Woordherkomst afgeleid van toppen met het achtervoegsel -er Verwante begrippen top

topper - zelfstandig naamwoord uitspraak: top-per 1. iemand die heel goed is op zijn vakgebied ♢ deze zanger kun je echt wel een topper noemen 2. wedstrijd tussen twee topploegen ♢ de wedstrijd...

Topper - topnummer, succesplaat.

topper: of een toprenner, een A-renner; een prof die op zijn minst een klassieker, grote ronde of nationale wegtitel heeft gewonnen. Rik van Looy, Tom Boonen, Erik Zabel of Alejandro Valverde zijn absolute toppers; subtopper.

De topper is een op de kuifeend lijkende duikeendensoort. De topper is echter forser en zijn rug is grijs van kleur. In Nederland zijn geen broedgevallen bekend, hoewel enkele vogels hier wel de zomer doorbrengen. Als overwinteringsgebied zijn het IJsselmeer en - vooral bij strenge vorst - de Waddenzee van groot internationaal belang. Geluid...

→ topped shot

[Eng., van top = top] 1. wat aan de top staat, bijv. tophit; topwedstrijd (wedstrijd tussen twee topclubs) e.d.; 2. korte damesmantel (bij afhangende hand reikt de top van de middelvinger tot de onderrand).

kort damesjasje; de beste of meest gevraagde in zijn soort; vogel met kuif